Model van bewegingsfasering
Het model is gebaseerd op het feit dat er verschillende fases, in elke sportbeweging gedefinieerd kunnen worden, (Meinel, 1974; Carr, 2006) die internationaal gezien wordt als de standaard. De kennis over deze fases in sportbewegingen is verder ontwikkeld tot het 'model van bewegingsfasering' (Bosman & Hoeboer, 2008). Dit model helpt bij het in kaart brengen van technische sportbewegingen. Het model wordt schematisch weergegeven in figuur 1.
De verschillende fases binnen het model worden gebruikt om op een systematische manier kijken naar bewegen. Bewegingen worden in vier fasen ingedeeld:
Voorbereidende fase
Onder de voorbereidende fase verstaan we het deel van de beweging actie, waarbij de beweger zich mentaal en fysiek instelt op de beweging. Daarnaast verzamelt de beweger een bepaalde hoeveelheid energie voor het uitvoeren van de beweging.
Inleidende fase
Onder de inleidende fase verstaan we het deel van de beweging waarin het lichaam in de juiste positie en houding wordt gebracht (het in stelling brengen van het lichaam). In deze fase wordt de verzamelde energie behouden of vergroot.
Kernfase
De kernfase is het essentiële deel van de beweging die voor het slagen van de bewegingsuitvoering cruciaal is. Onder de kernfase verstaan we het deel van de beweging waarin het lichaam de energie levert of behoudt die leidt tot het beoogde bewegingsresultaat. Wordt er in de kernfase een fout gemaakt, dan zal de beoogde beweging mislukken. De kernfase wordt onderverdeeld in:
Hoofdfase
De hoofdfase is dat gedeelte van de beweging waarin de beweger door middel van spieractiviteit de energie levert die de oplossing van de bewegingsuitdaging mogelijk maakt. In deze fase staat de beweger direct of indirect in contact met de grond hierbij komt opgeslagen potentiële energie vrij als kinetische energie. De posities van het lichaam aan het begin en eind van de hoofdfase bepalen het resultaat van de beweging dat zichtbaar wordt in de resultaatfase
Resultaatfase
Tijdens deze fase wordt er geen energie meer toegevoegd aan de beweging. In de resultaatfase is het mogelijk, door verandering van lichaamshouding de positie in de ruimte te veranderen. Aan het einde van de resultaatfase komt het lichaam in positie voor de eindfase van de beweging.
Eindfase
De eindfase is dat deel van de beweging waarbij de energie wordt afgebouwd en het lichaam in de gewenste eindpositie komt. Bij de eindfase is het doel te komen tot een stabiele eindhouding.
Een handige manier om het model te gebruiken is door gebruikmaking van sportalyzer
- voorbereidende fase
- inleidende fase
- kernfase
- eindfase
Voorbereidende fase
Onder de voorbereidende fase verstaan we het deel van de beweging actie, waarbij de beweger zich mentaal en fysiek instelt op de beweging. Daarnaast verzamelt de beweger een bepaalde hoeveelheid energie voor het uitvoeren van de beweging.
Inleidende fase
Onder de inleidende fase verstaan we het deel van de beweging waarin het lichaam in de juiste positie en houding wordt gebracht (het in stelling brengen van het lichaam). In deze fase wordt de verzamelde energie behouden of vergroot.
Kernfase
De kernfase is het essentiële deel van de beweging die voor het slagen van de bewegingsuitvoering cruciaal is. Onder de kernfase verstaan we het deel van de beweging waarin het lichaam de energie levert of behoudt die leidt tot het beoogde bewegingsresultaat. Wordt er in de kernfase een fout gemaakt, dan zal de beoogde beweging mislukken. De kernfase wordt onderverdeeld in:
- hoofdfase
- resultaatfase
Hoofdfase
De hoofdfase is dat gedeelte van de beweging waarin de beweger door middel van spieractiviteit de energie levert die de oplossing van de bewegingsuitdaging mogelijk maakt. In deze fase staat de beweger direct of indirect in contact met de grond hierbij komt opgeslagen potentiële energie vrij als kinetische energie. De posities van het lichaam aan het begin en eind van de hoofdfase bepalen het resultaat van de beweging dat zichtbaar wordt in de resultaatfase
Resultaatfase
Tijdens deze fase wordt er geen energie meer toegevoegd aan de beweging. In de resultaatfase is het mogelijk, door verandering van lichaamshouding de positie in de ruimte te veranderen. Aan het einde van de resultaatfase komt het lichaam in positie voor de eindfase van de beweging.
Eindfase
De eindfase is dat deel van de beweging waarbij de energie wordt afgebouwd en het lichaam in de gewenste eindpositie komt. Bij de eindfase is het doel te komen tot een stabiele eindhouding.
Een handige manier om het model te gebruiken is door gebruikmaking van sportalyzer